08-12-2008
 Beter golf begint met beter putten
Een vijftiental jaar hield hij als advocaat boeven en schurken uit de gevangenis. Tot hij schoon genoeg kreeg van het geteisem en een andere richting in zijn leven koos. Geoff Mangum werd puttgoeroe met als doel golfers naar een hoger niveau te helpen. Twintig jaar studeerde hij putten, het effectiefste onderdeel van golf, want de meeste slagen van de veertien stokken in de tas worden met de putter gedaan. ‘Beter golf begint met beter putten’, luidt zijn stelling. ‘De beste resultaten komen uit instinctieve handelingen, bewegingen uit het onderbewustzijn. Nooit meer angst hebben wat van de slag met de putter terecht komt.’ De broodmagere vijftiger uit Greensboro, North Carolina was dit jaar in Nederland. Hij instrueerde Nederlandse golfleraren met theorieën en praktijken. Hij vertelde lange en ingewikkelde verhalen. Hij had het over klokken, opdrukken, alpineskiën, balans en stimpmeters. Hij gaf demonstraties op een putting green en riep voor elke veeg tegen de bal: ‘One potatoe and go’ of ‘one clubsandwich and go’. Woorden die nergens anders op sloegen dan het aangeven van het noodzakelijke ritme. Aan het eind leverde hij de versimpelde uitkomst aan. ‘Een goede putt bestaat uit vier onderdelen: de lijn lezen, correct mikken, de bal lanceren en afstandscontrole. Wie deze vier beheerst, zal goed putten. Zo simpel is dat!’ Zijn filosofie: 1. Lees de putt door een effectief doel te stellen en put in de dienst van de lijn en de afstand; 2. Mik met de face van de putter en doe de setup van het lichaam recht op het doel; 3. Put recht weg van de putterface op dezelfde lijn als het doel en adresseer op dezelfde manier; 4. Voor de juiste afstandscontrole put dan met een goede touch en gewicht waardoor de bal altijd aankomt met dezelfde eindsnelheid, waarbij de lengte van de putt niet uitmaakt. Geoff Mangum begon pas te golfen toen hij stopte als advocaat. ‘Als advocaat moet je op een speciale manier leren, kennis tot je nemen. Je moet expert zijn, want je mag niet verliezen in de rechtbank. Dat betekent heel veel research voor elke zaak. Ik merkte dat in golf ontzettend veel literatuur bestaat over de swing en hoe je ballen kunt slaan, net zo lang je er dood bij neervalt. Over putten vond ik bijzonder weinig instructie. Een beetje over de stroke en touch, dat was het zo’n beetje. Niet eens drie van vier onderdelen van het putten. Ik moest gaan studeren om er achter te komen hoe lichaam en hersens werken, hoe de hersens het lichaam aansturen. Mijn focus kwam bij die research te liggen. Ik leerde veel wat golfleraren totaal niet wisten. Het was wel gek; niet te weten wat ik leerde. En wat ik leerde was niet geschreven. Toen ik wilde gaan vertellen hoe beter golf te spelen door beter putten en daardoor aanzienlijk meer plezier aan het spel te beleven, was ik ervan overtuigd dat ik ervan kon leven.’ De puttgoeroe heeft zijn tijd genomen. Twintig jaar studie van het putten resulteerde aan het begin van de 21ste eeuw in een zwaar boek voor de teaching pro’s ‘Optimal Putting’, waarin hij alles uitlegt over het gebruik van de hersens in combinatie met de zwaartekracht. ‘Ik heb alle ideeën en artikelen die ik in die twintig jaar schreef gesorteerd: acht miljoen woorden over putten. Het boek schrijven was daarna een gemakkelijke klus. In twee maanden was het af, want alles was mij intussen duidelijk.’ Mangum heeft nu zijn academie in North Carolina, zijn site ‘The Putting Zone’ www.puttingzone.com en hij reist de wereld over om kond te doen van zijn bevindingen en wijsheden. Zijn werk is buiten Amerika overigens sneller aangeslagen dan in eigen land. ‘Dit komt’, beweert hij, ‘omdat golfers in Amerika niet als sporters worden gezien. Sporters zijn non-intellectuele beesten die niet willen denken en daarom door anderen worden getraind. Amerikaanse professionals in golf zeggen: ik ben een goeie golfer, heb talent en ben beter dan wie ook. Hij stelt zich daarom defensief op, is eigenwijs, maar hij weet niets over putten. Europeanen zijn anders. In Europa is meer interesse.’ Een stelling is dat goede golfers of heel intelligent zijn, of heel dom. Mangum: ‘Een domme golfer is consistenter, hij is namelijk wel golfslim en doet alles op instinct. Een heel intelligente golfer doet alles goed. De top-50 van de wereld bestaat uit geweldige ballstrikers of geweldige putters. Daaronder komen goede spelers die uitstekend de bal kunnen slaan en goed kunnen spelen, maar achter blijven omdat zij hun putten niet verbeteren. Tiger Woods combineert beide en is de allerbeste. Henrik Stenson doet dat ook en is heel goed. Sergio Garcia is weer gegroeid toen hij weer beter ging spelen met de putter. Woods slagengemiddelde is twee slagen beter dan de nummer twee op de ranking. Deze wetenschap geeft hem acht slagen voorsprong per toernooi. Als de rest beter zou putten, wordt het verschil zeker kleiner.’ De Amerikaan Shaun Micheel worstelde met zijn putten. Hij zocht zijn toevlucht bij Geoff Mangum. Op de puttingranking van de US PGA Tour steeg hij van de 200ste naar de 15de plek. Hij won het US PGA Championship 2003 en versloeg Tiger Woods in een World Matchplay te Wentworth niet veel later. Mangum is ervan overtuigd dat amateurs vier slagen gemiddeld kunnen winnen als zij putten volgens de vier onderdelen en professionals gemiddeld een tot twee slagen. ‘Een golfer moet zijn gereedschap leren kennen, hoe hij is, dan kun je hem goed leren gebruiken. De putter slaat de bal niet, dat doet de man die hem gebruikt. Hij moet er klaar voor zijn, net als een tijger klaar is om te doen wat hij gaat doen, een prooi pakken. De tijger denkt niet meer na. Mensen moeten zich op de golfbaan dan ook als zulke beesten beschouwen. Spelen uit het onderbewustzijn. Instinct in plaats van denken! One potatoe and go. Geen angst meer voor mislukking.’ Geschreven voor Golf Etc Magazine |
 |
 |
|
Nieuws |
