Nieuws


26-06-2007

Boek over Jan Wienese is uit

Stelletje schorem
door Leo van de Ruit
Het is zaterdag 19 oktober 1968, de zevende dag van de Olympische Spelen in Mexico. Op de Cuemanco roeibaan ligt Jan Wienese aan het startvlot voor de finale. De 26-jarige Amsterdamse skiffeur heeft alle rituelen voor de grote wedstrijd gedaan. Hij is klaar voor de belangrijkste wedstrijd van zijn leven. Tot in de vezels gespannen, maar niet hypernerveus.
Het is heet die finaledag van de olympische roeiregatta. Bloedheet. De hitte op 2250 meter hoogte beneemt de toeschouwers zó de adem, dat het doodstil is in afwachting van het startsein.
Nog één minuut.
De Nederlandse troef zit in zijn ranke boot, de Solitair II, en kijkt vanaf boei 4 naar de tegenstanders. Zijn concurrenten voor het goud liggen allemaal aan één kant, aan bakboord in de banen 1, 2, en 3. De mannen op de boeien 5 en 6 aan stuurboord, de Britse dokwerker Kenneth Dwan en de Amerikaan met Nederlandse voorouders John van Blom, hebben zelden iets bewezen, allebei pas 20 jaar oud. Beginnelingen.
Nog vijftig seconden.
Wienese kijkt de andere kant op. Daar zitten de mannetjesputters: Jochen Meissner uit West-Duitsland, Alberto Demiddi uit Argentinië en Achim Hill uit de DDR.
‘Stelletje schorem’, denkt Jan Wienese, ‘zie ze daar zitten. Die Zuid-Amerikaanse maffioso gaat zijn zwarte bos haar kammen! Voor de finishfoto zeker. Mijn zusters zagen hem laatst in Luzern anders wel zitten. Die kerel moest hier voor de wedstrijd zo nodig tegen mij zeggen dat hij voor mijn zusters banger is dan voor mij….’
Nog dertig seconden.
‘Achim Hill kucht en rochelt. Hij spuugt als een ouwe man in het water. Lijkt wel ziek, maar hij is wel de Europese kampioen bij harde tegenwind…’
Nog vijftien seconden.
‘Daar, nog een van de Duitse bezetters. Meissner van het zuivere Arische ras, zó ongelooflijk gezond. De energie spat er bij Der Jochen vanaf. Hij zit naar mij te loeren als een roofdier. Die rat spuit straks weg…’
Nog vijf seconden.
‘Allemaal psychologische oorlogsvoering, allemaal trucjes. Maar ik heb ook wel wat…’
Jan Wienese ligt klaar voor de finale en wacht. Het is muisstil. Ergens maakt een vogel een geluidje en paf… Weg is de Nederlander.


Zo begint Olympisch Vuur der IJdelheid, de biografie van Jan Wienese, Nederlands enige roeier met olympisch goud in de skiff. Ik laat de finale van de Olympische Spelen in Mexico herleven. Niet alleen vanuit het gezichtspunt van de Nederlandse winnaar, ook vanuit de gedachten van zijn grootste rivaal. De West-Duitser Jochen Meissner krijgt in het 170 pagina’s tellende boek een volledig hoofdstuk om zijn beleving van de bizarre eindstrijd in 1968 te vertellen.
Olympisch Vuur der IJdelheid gaat over het roerige leven van Jan Wienese, de roeier. Een omstreden skiffeur met eigen inzichten en meningen alsmede een meestal tegendraadse manier van doen. Jan Wienese is een van de bijzonderste sportmensen van Nederland uit de geschiedenis. Gevreesd, geliefd, bewonderd, gehaat.
De biografie van Jan Wienese is mijn derde boek over het roeiwereldje. Eerder beschreef ik het epos van de Holland Acht in De Pijn van Water en publiceerde ik een bundel verhalen onder de titel: De Hel van 2 Kilometer. Ook schreef ik de tekst voor Co Rentmeesters succesvolle documentaire op DVD ‘De Perfecte Haal’.
De auteur is veertig jaar werkzaam als journalist. Roeien en de bijzondere mensen die deze sport op topniveau beoefenen, genieten zijn voorkeur naast zijn passie voor golf en topgolfers.
Olympisch Vuur der IJdelheid is verschenen bij Tirion Sport, is in de boekhandel verkrijgbaar voor € 16,95. ISBN 978-90-4390-868-9.


Klik hier voor het nieuwsarchief