17-02-2016
Chris Eimers, bondscoach ijshockey: Wat wil je echt?
Het Nederlands ijshockeyteam stond niet eens zo heel lang geleden voor de drempel van de Olympische Winterspelen 2014. Oranje won in Boedapest het pre-olympisch kwalificatietoernooi en kon in het grote OKT doorstoten. 'Wij noemden onze positie drie uur van Sotsji', vertelt bondscoach Chris Eimers. 'Drie wedstrijden winnen en dan was het hoogste platform bereikt.' In het Duitse Bittingheim verloor Oranje met kleine cijfers van Duitsland en Italië en dik van Oostenrijk, dat zich kwalificeerde. Amper een paar jaar later bivakkeert het Nederlands team in de onderste regionen van de ijshockeywereld. Nota bene bij het WK in Eindhoven degradeerde Oranje naar het vierde niveau. Chris Eimers ging er na dit echec niet vandoor. Hij denkt het team weer hogerop te kunnen brengen. 'Want er is talent om een aantal enorme stappen te maken.' Met zijn 43 jaar heeft de Groninger veel meegemaakt in ijshockey. Eimers mag dan in het noorden een echte voetbalnaam zijn, geenthousiasmeerd door zijn broer Henk werd hij ijshockeyer die het behoorlijk ver schopte. 'In de hype dat ijshockey sterk groeide (jaren zeventig) was Jan Huizinga bij GIJS mijn jeugdtrainer, hij was een geluk voor mij, trouwens ook voor andere kinderen.' De jonge Chris raakte besmet met het ijshockeyvirus, doorliep alle stages en was spoedig jeugdinternational. Op 18-jarige leeftijd werd hij gevraagd try-outs te doen bij Sudbury Wolves in Ontario, voor de prestigieuze jeugd-competitie. 'Ik ben daar geweest en heb het niet gehaald. In de Ontario Hockey League lag de kans om 'gedraft' te worden voor de NHL, het allerhoogste ijshockey-niveau. Ik werd daar geconfronteerd met de vraag: Wat wil je? En: Maar wat wil je echt? De concurrente bleek zo enorm groot, dat kende ik helemaal niet. In Nederland was ik een van de betere spelers, ik had het talent, ik zei ook dat ik er wilde komen, maar in de zomer ernaartoe heb ik niet laten zien dat ik het ook echt wilde. Ik had 's zomers een uitgebreid off-ice programma moeten doen. In Nederland had ik dat niet nodig, kwam ik weg op talent. Een harde les.' Chris Eimers ontwikkelde zich in Europa tot een goede ijshockeyer voor clubteams. Hij werd met verschillende clubs vijf keer kampioen, speelde twee jaar als full professional in Engeland en voor Nederland in de B- en de C-groepen van het WK. 'Brons in de oude B-groep, mijn eerste jaar, was een hele prestatie. Met acht landen in de A-groep was Oranje 11e van de wereld. Daarna trad een enorme verandering op. Slowakije splitste zich af van Tsjechië, de Balkan viel uiteen en de Sovjet-Unie eveneens. Er kwamen veel landen bij. In 2005, het WK in Eindhoven, hadden we het beste Nederlands team bij elkaar. Wonnen we brons, ook een succesvol toernooi.' Niet lang daarna moet Eimers stoppen als topsporter. Gedwongen door een zware knie-blessure in het Europa Cup-duel tegen Grenoble, gevolgd door een operatie. Na de revalidatie speelde hij geen wedstrijden meer. Hij ging werken bij beveiligingsbedrijf Securitas en stapte na een snuffelstage bij bondscoach Doug Mason en met Alexander Jacobs bij een WK geleidelijk over naar coachen. De liefde voor ijshockey brandde nog volop in zijn hart. 'IJshockey heeft alles wat ik zocht. Snelheid, dynamiek, je moet snel kunnen denken en reageren, je kunt energie kwijt en is de ultieme teamsport. In de kleine hechte gemeenschap is iedereen besmet met het virus. Vroeger zag je een sticker: Mijn gebrek: ijshockeygek. Absoluut waar. Je komt nooit meer af van deze besmetting.' Eimers debuteerde als coach bij het tweede team van Heerenveen. Na een jaar volgde hij Alex Andjelic op als hoofdcoach bij Heerenveen. In zijn tweede seizoen werd hij coach van bekerwinnaar Nijmegen als opvolger van de succesvolle Frank Gentges. Nijmegen werd in dat seizoen onder zijn leiding uitgeschakeld in de halve finale van het bekertoernooi. 'Daar vond men iets van', zegt Eimers met een brede grijns, 'maar uiteindelijk werden we wel kampioen! Een mooie bekroning voor hard werken.' Ondanks dit succes gaan Eimers en Nijmegen uit elkaar. 'Ik had een contract voor een jaar en dat werd niet verlengd. Ik had mij van begin af aan voorgenomen het op mijn manier te doen. Dat werkt of dat werkt niet. En als het niet werkt, wordt je ontslagen. Ik aanvaard die consequentie. Wanneer je als coach niet jezelf bent en je oren laat hangen naar mensen die vaak op basis van eigen belang een welgemeend advies hebben, dan raak je je geloofwaardigheid kwijt naar je team en ben je als coach verloren. Het is, denk ik mijn Groningse karakter. Ik maak altijd de keuze wat het beste is voor het team. Bij de training kwam nooit iemand, maar in Nijmegen werd mij verweten dat er niet hard genoeg werd getraind.' Eaters in Geleen werd zijn volgende club. Een Amerikaanse coach kreeg het team niet op gang. Als tussenpaus won Eimers de eerste drie wedstrijden maar het seizoen werd toch een leermoment. 'Het jaar daarna ging ik het op mijn manier doen, ik kreeg toen een budget om een team samen te stellen en maakten we een groei door. Jongens kwamen aan boord. Wat wil je? Was de vraag. Allemaal wilden ze kampioen worden. Maar je weet dat tachtig procent dat wel zegt, maar willen ze het ook echt? Iedere maand kwamen er mensen bij die het echt wilden en ontstond een steeds grotere eenheid. In de finale van om het kampioenschap was dat essentieel. In de best-of-5 stond het 2-2. Den Haag had thuisvoordeel in het beslissende duel. Geleen had daar nog nooit gewonnen en wij misten ook nog eens Dennis ten Bokkel door een operatie. Dat bracht het team nog dichter bij elkaar. Het leek of nog meer voor Dennis speelden dan voor het kampioenschap. Alles viel op zijn plek. Het moest zo zijn. Geleen was altijd nummer twee, had in elf finales gestaan. Altijd tweede. Na 44 jaar wonnen de Eaters de eerste landstitel. Heel Geleen liep uit. Grote mannen lieten tranen voor zo'n kleine sport.' Na deze titel ging Eimers in op een aanbieding van Heerenveen. Hij was bang bij Geleen, dat financieel moeilijk zat en langs faillissementen balanceerde, niet langer betaald te worden voor zijn werkzaamheden, waarvoor hij dagelijks 400 kilometer reed. 'Ik heb toen puur aan mezelf gedacht.' Bij Heerenveen werd hij in drie jaar geen kampioen. 'De verwachtingen waren hoog. Te hoog. Maar in het derde seizoen hadden we een prijs moeten halen. Gemiste kans.' In 2012 werd Eimers (Heerenveen) samen met Barry Smith (Tilburg) interim-bondscoach. De Amerikaan Larry Suarez kreeg zijn gewenste contractverlenging niet. Eimers en Smith leidden Oranje naar winst in het pre-OKT en kwamen 'op drie uur van Sotsji'. 'Realistisch was de doelstelling niet. In Bittingheim speelden wij met semi-profs tegen full profs. Drie wedstrijden in vier dagen was teveel. Het is wel te trainen, maar dat vraagt de Nederlandse competitie niet. Oranje heeft het in het OKT fantastisch gedaan. De jongens namen vrij, zonder vergoeding afgezien van wat zakgeld. Drie wedstrijden vochten zij zich helemaal leeg.' Chris Eimers groeide door van assistent naar bondscoach. 'We maakten twee jaren door met minimale voorbereiding op toernooien. Het eerste jaar handhaafden wij ons in het WK te Litouwen waar veel misging; spullen zoek, eerste keeper geblesseerd. Het afgelopen jaar zijn wij in eigen land gedegradeerd. De bagage was er in Eindhoven wel en ook de eerste keeper was fit. Ik was verantwoordelijk voor het eindresultaat.' De degradatie kwam waar voorzichtig gehoopt was op promotie. Niet door Eimers trouwens. De verantwoordelijke bondscoach heeft toen zijn teleurstelling uitgesproken en harde woorden gebezigd. Er was geen geld geweest voor een gedegen voorbereiding, de jeugdopleiding was wegbezuinigd, de eredivisie moest op lager niveau verder, spelers hadden de staf in de steek gelaten. Kortom, er was geen topsportklimaat. Eimers: 'Na Litouwen kwam er kritiek vanuit de NIJB. Samen met assistent Mike Pellegrims hebben we besproken hoe we in Eindhoven zouden gaan spelen. Er moest een strakkere agenda komen en meer aan video-analyse doen. We maakten ook een WK-playbook met talloze details over de speelwijze. Het ging erom het team een bepaalde identiteit mee te geven. Daarin was de afspraak dat we de details beter moesten doen dan de tegenstander. Bleek dus dat we op de details werden verslagen, kwestie van beleving. Dan heb ik de verkeerde keuzes gemaakt richting het commitment van Oranje. Ik was enorm teleurgesteld. Spelers bepalen het succes van een coach en ik ben verantwoordelijk voor de keuze. Voor het WK in Eindhoven hebben we voor een aantal niet de juiste keuze gemaakt. Je gaf de spelers vertrouwen, zij maakten het niet waar, maar het was mijn keuze. Aan de andere kant was er wel de mogelijkheid van promotie geopperd, maar het topsportklimaat is nooit voor het team gecreëerd.' Chris Eimers bleef als bondscoach, Theo van Gerwen, de technisch directeur van NIJB, wilde ook met hem verder. Hij werkt voor de NIJB in combinatie met de functie van hoofdcoach bij Hijs Hokij in Den Haag. 'Ik wil niets liever dan weer promoveren en dan te kiezen over een adieu of aanblijven. Ik vind bondscoach zijn ook een enorme eer. Het eerstkomende is het WK in Jaca. Om te promoveren moeten we eerste worden. We zitten in een uitdagende situatie. Tilburg speelt in de Duitse Oberliga. Als die ploeg de play-offs haalt, missen wij 60 procent van de spelers in de nationale selectie. Dat scheelt heel veel. Zijn die mannen erbij in Jaca, dan is promoveren een must. Halen we dat niet, dan is dit mijn laatste jaar als bondscoach. Maar als we niet over de Tilburgers beschikken, gaan we dan bouwen aan de toekomst? Ik wil niets anders dan dat het beter gaat met ijshockey. Als je als bond iets zal je drastisch moeten investeren in de jeugdopleiding en jeugdtrainers. Wat wil je? Wat wil je echt? Met de aanwezige talenten zijn grote stappen te maken. Wij kunnen ver komen. In 2012 wonnen we van Hongarije dat nu in de A-ploeg speelt. Wij zijn geen A-land, maar de verschillen zijn minimaal. Als klein land kun je toch een heel eind komen. Kijk maar naar de handbal-dames. Daar kijk ik vol bewondering naar.' Voor NLCoach, februari 2016 |