04-02-2015
Tienduizend uur
Tienduizend uur Het is de wintertijd na de Olympische Spelen van Beijing 2008. Roeier Jan-Willem Gabriëls waagt op de piste in Sloten zijn geluk als baanwielrenner, want hij wil wel eens wat anders dan alsmaar achterstevoren op de finish af. Hij is een beer van een vent met een enorme spierbundel in dijen en armen. In het bezit van olympisch eremetaal is hij ook: zilver. Zijn fysieke conditie is optimaal, want hij komt uit de bejubelde en gelauwerde Holland Vier. Behalve hard roeien kan JWG hard fietsen. Collega-topsporters rijdt hij dikwijls het snot voor de ogen. Op de Amsterdamse wielerbaan van Sloten is dezelfde Jan-Willem Gabriëls in het cyclisme als pistier een beginneling. Hij pedaleert zich het apezuur, maar kan geen wieltje houden. Twee vragen aan de trainer die avond: 1. Kan JW op topniveau mee? Het antwoord luidt: “Nu niet.” 2. Kan JW een topper worden als baanwielrenner? Het antwoord: “Misschien, maar niet eerder dan na tienduizend uur.” Tienduizend uur. Die 10.000 staat voor uren trainen met eindeloze herhalingen van dezelfde handelingen. En dan is het nog de vraag of je wedstrijden kunt winnen. Voor JW is het dubbel extreem, hij is een topsporter die al op het hoogste niveau om de medailles heeft gestreden. In die andere sportdiscipline moet hij van de grond af aan opnieuw beginnen. (Hiermee geconfronteerd geeft JW na verloop van tijd zijn voornemen op en wordt een succesvol zakenman). Tienduizend uur oefenen staat bij vele topsporten aan de basis. Zwemmen, roeien en ook golf. Tienduizend uur. Reken eens uit bij pak weg 5 uur per dag. Dan gaat het over 2000 dagen. Nemen we voor een jaar 350 dagen, dan kom je over ruim zes jaar op die 10.000 uren uit. Dat is hels! Zes jaar lang elke dag vijf uur trainen. Slechts twee weken per jaar vrij! Lukt dit onze talentvolle golfers? Elke dag vijf uur volle bak trainen? Wij zijn zo vrij om te zeggen: nee. Met andere woorden: zij trainen weinig. Te weinig. Veel te weinig. Van één golfster weet ik dat zij ballen heeft geslagen tot haar handen bloedden, omdat zij op onze club bezeten was het eerste damesteam te halen.... En van één topgolfer: Vijay Singh toen hij nog zo arm als de ratten was en tegen rijkaards om geld speelde. Hij versaagde nooit. Die 10.000 uur staan voor het misschien bereiken van topniveau. Mits begiftigd met talent. Nederland bezit veel talentrijke golfers. Maar lang niet allen halen de top, omdat ze er te weinig voor doen. Na de wereldtitel van Nederland in 2006 heeft Oranje in het WK amateurs bitter weinig gepresteerd. Op de Europese Tour is het aantal Nederlanders verminderd in plaats van vermeerderd. Op de Challenge Tour is Tim Sluiter dit jaar de beste op de jaarranglijst op de 50ste plaats.... Slechts twee Nederlanders spelen week 47 de Q-school waar slechts 25 kaarten voor de Europese Tour te verdienen zijn. Tim Sluiter is als enige door de voorkwalificatie en Daan Huizing mag proberen zijn verloren tourkaart te heroveren. Vooralsnog is Joost Luiten ons enige licht in de duisternis. Om maar even bij Sluiter en Huizing, 25 en 24 jaar, te blijven: talent hebben zij, maar investeren zij genoeg? Zij spelen veel, trainen weinig. Zij hebben de 10.000 uren bij lange na niet gehaald. Huizing schrijft wekelijks een column in Golf Weekly. Dat kost tijd, die hij niet in oefening stopt. Ook geeft hij met beelden instructie aan ons amateurs. Waarom hij, en niet een gediplomeerde teachingpro? Een tip. In plaats van vijf uur per dag trainen is ook tien uur per dag mogelijk, zoals Singh. Dat bekort de opmars naar de top. En met bebloede handen een trofee pakken, is dubbel zo fijn. Column voor Regio Golf November 2014 |