Nieuws


19-04-2013

Voor de gouden ster op het tenue

Hessel Evertse was nog niet binnen bij de Roeibond of hij stak de vlag uit. Letterlijk. Sinds de eerste minuten van zijn dienstverband wapperen aan de drie masten naast de Bosbaan de vlaggen van de KNRB en AEGON en de nationale tricolore. “Laten zien dat je er bent”, vindt de nieuwe technisch directeur. Hij boekte successen in een jaar of vijftien als zeilbaas. Nu hij roeibaas is, wil hij zo snel mogelijk het het aantal olympische gouden medailles van zes naar tien brengen. “Zo'n gouden ster met een 10 zal mooi staan op het tenue van de roeiers.”
Hij is er nog maar net, maar wel is al duidelijk dat er veel verandert bij de nationale equipe. Met minder middelen zal er meer gepresteerd moeten worden in de ambitie tot de top-5-landen van de roeiwereld te behoren. Evertse gaat voor goud in de wetenschap dat Oranje in 117 jaar slechts dertiende was. De focus komt voortaan op de olympische nummers te liggen. De overige negen WK-disciplines worden niet meer gefaciliteerd. Reeds bij de WK in augustus in Korea worden prestaties verwacht en nog meer bij de WK in eigen land in 2014. “Met tot en met Rio 2016 elk jaar goud en zilver hebben we de ambitie van top-5 al waargemaakt”, zegt hij. “Maar het doel is ook in 2020, 2024 en verder bij de top-5 te zijn.”

Van de succesvolle zeilers stap je over naar roeiers in crisis. Waarom?
“Ik zie geen crisis. Ik zie hoeveel energie er in het roeien zit en vitaliteit. Ik ben bij verenigingen geweest, bij de Varsity, bij de Vierkamp en de Head, dan zie ik verenigingen met nauwelijks problemen; zelfwerkzaam, zelfredzaam, autonoom. Zij weten heel goed wat er in de wereld te koop is. Niemand nodig. Als je als vereniging gaat samenwerken (waar de KNRB ooit voor is opgericht) en verenigingsoverstijgende zaken gaat aanpakken, zoals topsport, zoals een OTC, zoals ledenwerving, dan moet er zoveel mogelijk zijn.”

Waar staat het roeien ten opzichte van het zeilen?
“Ik denk dat het roeien acht jaar verder is dan het zeilen. Het aan de top komen is één. Goud halen is twee, maar aan de top blijven en dan de simpele dingen goed blijven doen, daar gaat het om. Weten waar je vandaan komt, elke dag de vlag hijsen, weten dat je het elke dag opnieuw moet verdienen. Simpele dingen inderdaad, en dat zijn er wel honderd. Met de kracht die in de roeiwereld zit, kun je een heel eind komen. Maar..., wel allemaal aan hetzelfde werken. Wat ik zie in het land is echt geweldig. Zo'n Varsity, een eigen wereld, maar elk jaar is er die wedstrijd. Top.”

De Holland Acht heeft bij de O.S. van Londen niet gebracht wat werd verwacht “Roeiers zijn net mensen. Zo'n acht is ook een klus. Niets menselijks is vreemd aan het roeien. Bij voetbalclub PSV of bij een willekeurig bedrijf kan het minder goed gaan. Dan zijn alle elementen wel aanwezig maar is het tijd voor de volgende stap. Toproeiers hebben wij, talenten, een mooi coach-team, bij elkaar is dat 200 jaar roei-ervaring. Als we het daar niet mee kunnen? Natuurlijk zijn er ook bedreigingen. Je moet elk jaar weer die energie brengen. Kun je dat? Voor mij lag daar de reden weg te gaan bij het Watersportverbond.”

Ja?
“Vanaf 1998 ben ik daar begonnen, richting Sydney. Daarna Athene. We zouden drie medailles halen, we haalden er nul. Meteen na Athene hebben we het anders gedaan. Fulltime coaches voor de atleten. Pas nog won Nederland bij de WK vijf medailles, terwijl niet eens alle toppers daar actief waren. Zo'n beleid loopt mooi door. In de loop der jaren worden functionarissen vrienden. De houdbaarheid van de technisch directeur is beperkt. Dat vind ik. Ik heb bewust gesolliciteerd bij de KNRB. Na China 2008 had ik al gezegd: ga ik het nog een keer doen naar Londen? Ik wil nog wel graag met een ploeg met vijf medailles terugkomen, waarbij goud. Dat is gelukt. Na Londen heb ik meteen gezegd dat ik om mij heen ging kijken.”

Hoe zie de overstap naar de roeibond?
“Als een tweede kans. Ook als heel herkenbaar. Bij het zeilen zaten we aan binnenwater, daar is verandering in gekomen door ook aan zee te gaan zitten. In het roeien hebben we de Bosbaan als nationaal trainingscentrum en is Rotterdam gekomen als internationale wedstrijd-arena. Ik geloof dat we dingen kunnen gaan doen die nog nooit gedaan zijn.”

Zoals?
“Er zijn een aantal dromen. Als je in 1896 begonnen bent en het nu 2013 is, dan heb je zes keer goud gehaald op de Olympische Spelen. Niet zo veel. Wil je top-5-bond zijn en in de top is twintig keer goud gehaald, laten we dan eerst maar eens naar tien gaan. Ajax heeft drie gouden sterren op het shirt vanwege dertig nationale titels. Wat zou het mooi zijn als wij één gouden ster op de roeipakjes hebben; voor tien keer olympisch goud. Daar gaan we voor!”

Hoe? In 117 jaar was drie medailles in één O.S. het maximum.
“Het zou toch geweldig zijn als we met vier terugkomen? Of met met twee goud, dat is eveneens uniek. Aan de andere kant is het ook zo dat Nederland nog nooit een paralympische medaille heeft gehaald. Van 2000 tot 2010 heb ik bij het zeilen paralympische sport tegen gehouden. Het is niet per definitie topsport. Het is anders, maar minstens zo waardevol. Als je dat doet, moet je het goed doen. In 2010 bij de decentralisatie hebben de we, gedwongen, de paralympische ploeg erbij genomen. Het bleek een belangrijke aanvulling. De Delta Lloyd Kernploeg was olympisch én paralympisch. Zeiltechnisch werden de paralympiërs wijzer. Maar als het gaat om karakter, discipline, veerkracht, zitten zij in de boot, na wat hen is overkomen, en zijn zij net zo blij als Dorian van Rijsselberghe met zijn goud. Ik wil graag dat we met vier medailles van de Olympische Spelen terug komen en ook een van de Paralympics.”

Waar ben je enthousiast over in het roeien?
“Roeiers zijn uit het juiste hout gesneden. Qua karakter, inzet en discipline. Ik sprak met Carline Bouw en Olivia van Rooijen, de dames tweezonder, over hun weekprogramma. Zij bleken twee dagdelen vrij te zijn van de 21 (ochtend, middag, avond). Twee vrij! En zo zijn er meer. Zij studeren ondertussen ook nog af. Het is de uitdaging waar de roeisport voor staat: je krijgt het niet cadeau. Het bestaat niet dat je in vijf jaar van niets naar iets gaat. Het is onmogelijk dat je als 19-jarige op de universiteit komt en vier jaar later op het hoogste niveau wint. Uitzonderingen daargelaten. In een acht kan er eentje zitten, maar de rest heeft minstens tien jaar keihard gewerkt. Tien jaar keihard werken is het minimum als je talent en ambitie hebt om olympisch goud te kunnen halen. Zo was het met de volleyballers (Bankrasmodel), zwemmer Pieter van den Hoogenband en – waar ik zelf bij was – windsurfer Dorian van Rijsselberghe.”

Veel roeiers stoppen rond hun 25ste na hun studie en gaan werken
“Het is ook verleidelijk en begrijpelijk. Daarom zetten wij nu ook hoog in met Ronald Florijn als bondscoach junioren. Begin op je vijftiende met roeien. De verenigingen zijn er over honderd jaar nog, zij zijn zelfredzaam maar in zichzelf gekeerd. Maar nu moeten wij, buiten de vereniging, niet meer het collectief maar het individu steunen. Dat zijn stappen. Als je ergens voor kiest, doe je iets anders niet. Dat staat haaks op hoe de verenigingen sterk zijn geworden. Als je lid wordt van een vereniging zul je je handen uit de mouwen moeten steken, dan is iedereen gelijk. Jij doet dit, jij dat. Niemand onttrekt zich aan het collectief. Een hele belangrijke waarde, maar topsport is per definitie ongelijk. a. Er wint er maar één. b. Er mag maar één ploeg starten per nummer. Topsport staat haaks op breedtesport en dat gemeenschapsgevoel.”

De roeisport heeft weinig junioren?
“Op de ledenvergadering werd gemeld dat er 2576 junioren zijn, jongens en meisjes tot 18. In het voorjaar was ik bij de Heineken, de Head, de Varsity. Nergens zag ik kinderen. Waar begint het? Als je rekent dat jaarlijks 100.000 jongens en 100.000 meisjes worden geboren. Dat zijn er een miljoen onder de 18 in vijf jaar. Daarvan roeien er 2576... Daarvan zitten er tien in de selectie... Wat zou het mooi zijn als volgend jaar bij de WK duizend junioren op de tribune zitten. Dat WK is niet het eindpunt, nee, dat ligt tien jaar verder in 2024. Een olympische ploeg bestaat uit 48 m/v. Is het dan veel gevraagd om van die miljoen in 2024 er 48 op olympisch niveau te brengen? Daar is tien jaar de tijd voor. Simpel. Zo doen de Chinezen het ook. Alleen hebben zij er geen duizend op de tribune, maar miljoenen. Die kracht hebben wij niet. Wat wij moeten doen is zuinig zijn op onze talenten. Met de beste coaches investeren in roei-ervaring. Het moet wel leuk zijn, want het duurt tien jaar.”

De ambitie is de top-5 van de roei-landen. Haalbaar?
“We moeten met minder middelen dan vorig jaar meer doen. We waren in Londen 16de en dat moet 5de worden. In de rangorde over 100 jaar staan we 13de. Dus is het best een grote ambitie. Er moet dus echt wat veranderen.”

Wat wordt de instelling?
“Bij het zeilen en het roeien is een goede start een voorsprong. Aanvallen! Als je een goede start hebt, en je kunt het veld overzien kun je anticiperen op aanvallen. Ik heb ervoor gekozen om niet honderd dagen af te wachten, van: ja, over honderd dagen komt het wel. Nee. Vanaf dag 1 gaat de vlag omhoog en niet na dag 100. Dus sneller starten. Het is acht maanden geleden dat de O.S. zijn afgelopen. Weet je dat je tien jaar nodig hebt voor de wereldtop, dan valt er voor de WK van dit jaar met nog maar vier maanden, niet veel te veranderen. Maar ten opzichte van de WK 2014 gaan we wel gas geven. 2013 is het jaar van de structuur, alle neuzen dezelfde kant op. 2014 is het jaar van de talentontwikkeling, zorgen dat het WK niet het eindpunt is maar het beginpunt. 2015 is het jaar van presteren. Natuurlijk moet er in Korea ook worden gepresteerd, natuurlijk ook in 2014 en 2015. Dan wordt 2016 het jaar van de marketing. Dan heb je én structuur staan, én talentontwikkeling, én prestaties gehaald. Dan heb je een product en kunnen we ons verkopen. Dat kan alleen bij herhaaldelijk succes. In Korea, in Amsterdam, in Aiguebelette waar de kwalificaties voor Rio plaats hebben. In duizend uur ben ik staat om er vier ploegen uit te halen waarmee we naar Rio gaan. Wie het zijn, ga ik niet zeggen. Maar ik heb dan niet meer dan tien roeiers. Met die vier en met vier coaches naar Rio, zullen we zeker met de helft medailles gaan halen. Elk jaar twee medailles in '13, '14, '15 en '16. Als je dat doet, elk jaar twee medailles, ben je precies het vijfde land.”

Voor KNRB Magazine ROEIEN april 2013


Klik hier voor het nieuwsarchief