Nieuws


31-12-2012

Herinneringen aan Londen 1948

The Road to London van de Nederlandse equipe naar de Olympische Spelen 1948 ging over water. Het stoomschip Koningin Emma bracht atleten, roeiers, voetballers en andere topsporters naar Tilbury. 's Avonds om tien uur haalden zij nog net op tijd de trein naar Londen waar chef de mission Karel Lotsy hen opwachtte. De twee Nederlandse roeiploegen onderhielden zich onderweg met o.a. Abe Lenstra, de beste Nederlandse voetballer. Sietze Haarsma weet nog dat 'Abe' niet dol was op de zeereis. Met scherpe tijden tijdens de NK plaatsten twee verenigingsploegen zich voor de eerste na-oorlogse Olympische Spelen: de Willem III dubbeltwee met Henk van der Meer en Tom Neumeier (Europees kampioen in 1947), en de DDS vierzonder met Han van den Berg, Han Dekker, Sietze Haarsma en Hein van Suylekom. De 44-jarige Van Suylekom kon bogen op olympische ervaring. Hij had in de tweezonder al deelgenomen aan de Spelen van Amsterdam in 1928. Zijn ploeggenoot van toen was naar Londen mee als coach, Carel van Wankum. Geen van beide Nederlandse ploegen kwam terug met een medaille. Ir. Han van den Berg (86) en ir. Sietze Haarsma (85) kunnen de olympische roeiregatta van 63 jaar geleden nog navertellen.

Han van den Berg: “Ik heb geroeid van 1942 tot 1950. Mijn medailles heb ik bewaard. Van Suylekom gaf zijn medaille altijd na de wedstrijd weg aan een meisje die hem een zoen verkocht.”
Sietze Haarsma: “Ik leerde bij de Zaanlandse Zeilvereniging roeien van Simon de Wit, de bekende kruidenier die in 1936 in Berlijn olympische roeier was. Vanaf 1945 roeide ik in Delft bij DDS. In het eerste jaar is onze ploeg doormidden gevaren door een motorboot.”

De Delftsche Sport beschikte in de eerste naoorlogse jaren over veel sterke roeiers. Van den Berg en Haarsma roeiden in 1947 in de acht die op de Royal Henley Regatta de finale haalde van de Grand Challenge Cup. SH: “We verloren van Jesus College Oxford. Tijdens de race was het enige dat we hoorden was: 'Jesus, Jesus'. In 1947 gingen we met de acht ook naar de Europese kampioenschappen in Luzern en haalden we de finale, werden we vijfde of zoiets. De bond gaf ons geld voor een visum. We zaten 24 uur in de trein die niet door Duitsland mocht rijden. We sliepen in een militair kamp en aten in een militair kroegje voor twee Zwitserse francs.”

De DDS-Acht boekte in 1948 geen overwinningen. HvdB: “De acht heeft zeer veel bijgedragen tot het opvoeren van de stuurmanloze vier. In één wedstrijd hebben wij onze olympische uitzending verdiend. Willem III en Njord boden niet veel tegenstand. Wij wonnen met zwakke wind mee in 6.38. Dat was op 11 juli. Nog dezelfde maand gingen wij naar Londen.” Sietze Haarsma: “Onze winnende tijd betekende een baanrecord. Het was ook sneller dan Simon de Wit met zijn Nereus-vier destijds. We hadden zelf besloten in een vier te gaan roeien. Coach Van Wankum die liever een acht coachte, zat lang in Amerika voor zijn rederij. Toen hij terugkwam vond hij onze vier maar niks, maar goed, hij werd toch onze coach en heeft nog een betere boot geregeld bij Sims. Wij hadden een te lichte boot van Laga geleend. We gingen naar de Olympische Spelen zonder één wedstrijd buitenlandse tegenstand. Er was geen geld voor.”

Logeerden jullie in het Olympisch Dorp?
HvdB: “Wij waren ingekwartierd in een kampement in Uxbridge, niet zo ver van Henley on Theems, waar de roeiwedstrijden waren. Wij troffen het dat er een Hollandse kok was, een Rotterdammer genaamd Meyer die ons grote porties eten gaf. Als olympisch deelnemer kregen we extra bonnen. Sietze Haarsma zei toen: 'Nu hoef ik geen spullen van thuis meer mee, alleen melk, spek en eieren.' In Engeland kregen we als extra rantsoen chocola.”
SH: “De bonnen waren voor 'zware arbeid'. Vergelijkbaar met een havenarbeider. Als extra kregen we Verkade-koek en jam van Flipje. De Denen, die tweede werden, kregen spek, boter en eieren.”

Hoe was de openingsceremonie?
HvdB: “We zijn niet naar de opening geweest. Lang staan in de hitte was niet goed, vond onze coach Carel van Wankum. Van hem moesten wij 'van de benen', dus zaten of lagen wij. Ook als de bobo's kwamen, bleven we zitten of liggen. Wij wilden niet gestoord worden.”
SH: “Karel Lotsy kwam ook, toen bleven wij ook zitten. Lotsy zei na enige tijd: 'Jullie hebben groot gelijk, maar het is goed dat niet iedereen er zo over denkt.' Het hoofd van de school waar ons kampement was, heeft het ons zeer kwalijk genomen dat wij niet gingen. 'Je kunt daar de koning zien!', zei hij die een soort manager was. Dat je die kans liet lopen, vond hij onbestaanbaar. Schande, zei hij. Het was veel te warm, wilden ons niet onnodig vermoeien en zeiden dat we niet waren gekomen om de koning te zien.”

Hoe verliep het roeitoernooi?
HvdB: “Net als in de Henley Regatta roeiden twee boten tegen elkaar. De finale ging vervolgens met drie boten. Wij wonnen onze voorwedstrijd tegen Joegoslavië met vijf bootlengten. In de halve finale kwamen wij tegen de Italiaanse favorieten, de fabrieksploeg van Moto Guzzi. Grote mannen uit Varese, hartstikke goed. Zij wonnen van ons en later ook de gouden medaille. Wij waren te licht. Hein en ik wogen amper 75 kg.”
SH: Wij vonden de Italianen echte professionals. Henley heeft op mij veel meer indruk gemaakt dan die Olympische Spelen. Henley was vergelijkbaar met Ascot en Wimbledon. Engeland moest die Spelen hebben, want Engeland had de oorlog gewonnen. Dus waren die Olympische Spelen een goed idee. Maar de sfeer was totaal anders, ook al was het op dezelfde plaats. In mijn ogen deugde die baan niet voor de Spelen. Om met zijn drieën de finales te kunnen roeien verlegden ze de balken een stukje. Drie ploegen kon trouwens maar net. Onze tijd tegen Italië van 7.20 was veel beter dan die van Amerika in de derde halve finale: 7.42. Triest was ook dat wij maar twee wedstrijden roeiden.”

Na de roeiwedstrijden gingen jullie naar andere olympische wedstrijden kijken?
HvdB: “Helemaal niet. Wij hebben Londen zelfs niet gezien.”
SH: “We hadden een passe partout, en we zijn een keer naar bokswedstrijden geweest in de Empire Pool. Midden in het bad was daar een ring gelegd. Bij een van die wedstrijden werd de umpire in het water gegooid.”

Hoe herinnert u de Olympische Spelen 1948?
HvdB: “Een van de skiffeurs was John Kelly jr. Zijn vader was voor de oorlog geweigerd voor deelname aan de Diamond Sculls, omdat hij handwerk had gedaan. De Engelsen wilden roeien een gentleman-sport houden. Hij zei dat zijn zoon later de Diamond Sculls zou winnen. Dat heeft hij gedaan in 1947. In 1948 heeft hij bij de Spelen verloren van de volstrekt onbekende Uruguayaan Eduardo Risso.”
SH: “Kelly werd gedeballoteerd. Men zag de aannemer als een soort metselaar. Bij de Spelen kwam de hele familie. John Kelly en zijn twee zussen onder wie Grace Kelly. Mooie meiden om te zien. De familie had een eigen kok meegenomen. Het eten stelde niks voor.”

Het was geen groots olympisch gebeuren?
SH: “Na afloop hebben we gezamenlijk met alle roeiers een maaltijd. Als je het eten had, moest je je handen over je bord leggen anders pakte jouw buurman het van je af."

ROEIEN, bondsmagazine KNRB


Klik hier voor het nieuwsarchief